⇒ Taxonomie vogels conform Illustrated Checklist of the Birds of the World, 2014/2016 ⇐
Tja, m’n WP-lijst begint nu wel heel aardig compleet te worden. Daarom maar eens een uitstapje gemaakt naar het Oost-Palearctische gebied: Kazachstan, het thuisland van Borat!
Op vrijdag 9 mei 2014 om 13.35 h. opgestegen van Schiphol en na een overstap in Kiev om 03.35 h. plaatselijke tijd (4 uur later dan bij ons) na een doorwaakte nacht geland te Almaty, in het zuidoosten van Kazachstan. Daar de andere drie reisgenoten ontmoet (drie Zwitsers: Robert, Fritz en Paul) en de reisleider – Arend Wassink – en de chauffeur en de tolk. Gelijk door naar Kaskelen en het daarachter gelegen nationale park Maral-Say. De eerste stop was meteen goed voor de eerste lifer, Chinese fluitlijster (Myophonus caeruleus) [I] en zeer kort daarna gevolgd door de tweede, Witkruinbuidelmees (Remiz coronatus) [II]. Enig zoekwerk was nodig voor enkele fraaie Weidegorzen (Emberiza cioides) [III] terwijl in de achtergrond mijn eerste echte wilde Fazant riep (Phasianus colchicus) [IV]. Een vrouwtje Eversmanns roodstaart (Phoenicurus erythronotus) [V] was alweer mijn vijfde nieuwe lifer, maar een subsongende Struikrietzanger kon ik zelf niet herkennen, dus die telde nog even niet mee. Ook de Siberische tjiftjaf (Philloscopus tristis) [VI] telt voor mijn bovengenoemde soortcriterium als aparte soort.
Daarna ingecheckt in het prima hotel Saraichik in de rand van Almaty, waar we steeds zaten als we in Almaty overnachtten.
’s Middags gingen we nog even op pad, met als aanvullingen o.a. diverse Langstaartklauwieren (Lanius schach) [VII] en een paartje Indische wielewalen (Oriolus kundoo) [VIII]. Acht nieuwe lifers op de eerste dag, niet slecht! En nog de nodige andere leuke soorten, natuurlijk, zoals een overdag roepende Dwergooruil (Otus scops).
Na een gerieflijke nacht gingen we op weg naar de lodge langs de Charin-rivier. Onderweg tijdens een vergeefse speurtocht naar broedende Grote piepers, wel een eerste groep Indische huismussen (Passer domesticus indicus). In de Kokpek-pas zat een Geelbuikfitis (Phylloscopus griseolus) [IX], maar hier alleen nog maar gehoord. Beter deed de Stewarts gors het (Emberiza stewarti) [X]. Op de Sogety-hoogvlakte stond een striemende koude wind, zodat we de Steppenhoenen niet te zien kregen, en het moesten doen met Rode woestijnvink (Rhodopechys sanguineus) en Mongoolse woestijnvink (Bucanetes mongolicus), Steenortolaan (Emberiza buchanani), Steppenarend (Aquila nipalensis) en wat andere niet-lifers; maar dat zijn ook leuke soorten. En Oostelijke putters (Carduelis caniceps) [XI]. Nieuw voor mijn zoogdierenlijst was de talrijke Grote renmuis (Rhombomys opimus). De aankomst bij de lodge bij de Charin-rivier was overweldigend! Volop roepende Azuurmezen (Cyanistis cyanus) [XII] en Indische wielewalen, en een subsongende Struikrietzanger (nog niet geteld). Wat een geweldige lodge! Hoewel, als ik het mag zeggen met een under-statement, the toilet-facilities were ‘rather basic’.
Na overnachting in de lodge, op de 12e mei dan een wel voluit zingende Struikrietzanger (Acrocephalus dumetorum) [XIII] bij de lodge, en de Azuurmezen lieten zich nu ook volop zien. Op de Sogety-hoogvlakte stond nog steeds een stevige, koude wind, wat opnieuw het goed waarnemen in de weg stond; met enige moeite wel soorten gezien als Woestijntapuit (Oenanthe deserti), Woestijngrasmus (Sylvia nana) en de alom tegenwoordige Isabeltapuit (Oenanthe isabellina). Nabij de grens met Kirgizië zorgde een paartje Jufferkranen (Grus virgo) nog voor de nodige opwinding (later zouden we nog op vijf andere dagen ook Jufferkranen zien). Enkele Tolai-hazen (Lepus tolai) vormden een aanvulling op de zoogdierlijst.
Na de tweede overnachting in de lodge was de wind wat gaan liggen, en konden we op de Sogety-hoogvlakte het Steppenhoen (Syrrhaptes paradoxus) [XIV] gemakkelijk bijschrijven. Na overnachting in Almaty gingen we naar het Sorbulak-stuwmeer. De Roze spreeuwen (Sturnus roseus) waren net in bescheiden aantallen aan het aankomen, dus van tienduizenden broedende exemplaren in de stuwdam was nog geen sprake. Maar wel o.a. de eerste Reuzenzwartkopmeeuw (Larus ichthyaetus), veel Wilde zwanen (Cygnus cygnus), Roze pelikanen (Pelecanus onocrotalus) en zeer veel Kroeskoppelikanen (Pelecanus crispus) en de eerste Witoogeend (Aythya nyroca). Een viertal Oosterse tortels (Streptopelia orientalis) [XV] vormde de voorhoede van de vele honderden exemplaren die we nog te zien zouden krijgen. In de ‘wensboom’, een geïsoleerde boom in de steppe, zaten de nodige zangvogels, waaronder Zwartkeellijster (Turdus atrogularis), Struikrietzanger, Sykes spotvogel (Iduna rama), de ook elders overal talrijke Hume’s bladkoning (Phylloscopus humei), Grauwe fitis (Phylloscopus trochiloides), etc.
Onderweg naar het yurt-kamp, waar we twee keer zouden overnachten, scoorden we al de eerste van de hier zeer talrijke Bruinkopgors (Emberiza bruniceps) [XVI]. Een zevental Woestijnplevieren (Charidrius leschenaultii) bivakkeerde vlak bij het kamp.
Op 15 mei ’s morgens de omgeving van het yurt-kamp verkend, maar de gewenste Kraagtrappen en Kaspische plevieren lieten zich niet zien. Wel ontdekte Paul een tweetal loei- en loeiverre vossen. Toen ik ze door de telescoop bekeek leken het me eerder jakhalzen. Thuis zag ik dat er in Kazachstan helemaal geen jakhalzen voorkomen, dus het zullen wel wolven zijn geweest. Dan maar naar het woestijnachtige gebied in de richting van Zhelturanga. Goed voor vele Russische landschildpadden (Agrionemys horsfieldii), wat Steppenklapeksters (Lanius excubitor pallidirostris), wat Azuurmezen, enkele Witvleugelspechten (Dendrocopos leucopterus) [XVII], een Oosterse holenduif (Columba eversmanni) [XVIII], een mannetje Shikra (Accipiter badius) [XIX] en een groepje Saxaulmussen (Passer ammodendri) [XX]. En meerdere Veldrietzangers (Acrocephalus agricola).
Op 16 mei ontdekte onze reisleider loei-verweg van het yurt-kamp een baltsende Kraagtrap (Chlamydotis macqueenii) die we na naderbij te zijn gekomen, niet konden terugvinden. Wel vonden we nabij het kamp een paartje Kaspische plevieren (Charadrius asiaticus) met minstens één pul. Via Tamgaly – met onderweg de eerste Gele siesel (Spermophilus fulvus) – op weg naar de Grote rotsklever (Sitta tephronota) die moeiteloos in het mandje viel; onderweg o.a. ook Bergkalanderleeuweriken (Melanocorypha bimaculata).
Na een overnachting in Almaty gingen we op weg naar het circa 3.000 m. hoog gelegen sterren-observatorium, tevens een – sober – guesthouse (‘facilities need some attention’). Onderweg al enkele Blauwkruinroodstaarten (Phoenicurus coeruleocephalus) [XXI] – die overigens geen rode staart hebben – een Bruine waterspreeuw (Cinclus pallasii) [XXII] en een Songar-matkop (Poecile montanus songarus). Nabij het observatorium zagen we de eerste ‘Plain mountain finches’ (Leucosticte nemoricola) [XXIII] en een paartje Lammergieren (Gypaetus barbatus); de Zwartkeelheggenmus (Prunella atrogularis) [XXIV] en de Spiegeldikbek (Mycerobas carnipes) [XXV] vielen vervolgens moeiteloos in het mandje.
Zwartkeelheggenmus (Prunella atrogularis), Kazachstan, mei 2016 (Fotograaf: Lodewijk Ouwens)
Een wandelingetje leverde al snel de Himalaya-roodkeelnachtegaal (Luscinia pectoralis) [XXVI], de ‘Red-mantled rosefinch’ (Carpodacus rhodochlamys) [XXVII] en roepende Himalaya-berghoenders op (Tetraogallus himalayensis) [XXVIII]. Negen nieuwe lifers op één dag is natuurlijk niet gek, maar we gingen nog voor een andere soort die voor mij de tiende lifer zou zijn, bij het iets lager gelegen stuwmeer. En al snel ging ook het paartje Ibissnavels (Ibidorhyncha struthersii) [XXIX] voor de bijl! En ook nog een fraai paartje Eversmanns roodstaarten. En natuurlijk waren ook de diverse Langstaartmarmotten (Marmota caudata) nabij het observatorium leuk.
Himalaya-roodkeelnachtegaal (Luscinia pectoralis), Kazachstan, mei 2016 (Fotograaf: Lodewijk Ouwens)
Op 18 mei gingen we omhoog, naar het op circa 3.800 m. gelegen onderzoeksstation waar meerdere Witkruinroodstaarten (Phoenicurus erythrogaster) aanwezig waren, en ook Altai-heggenmus (Prunella himalayana) [XXX] en Bruine heggenmus (Prunella fulvescens) [XXXI]. Nabij het observatorium liet de Geelbuikfitis zich nu niet alleen horen maar ook zien. En dat gold ’s middags ook voor het Himalaya-berghoen! Onze reisleider was daar in de weer met geluidopnameapparatuur, en hoorde (en tapete) een huilende Wolf (Canis lupus). Nadat hij ons erop attent had gemaakt, hoorden wij die ook nog een keer in de verte huilen (maar geen waarneming om over naar huis te schrijven). Een nachtexcursie leverde geen zingende Goudlijsters op, wel enkele roepende Ruigpootuilen (Aegolius funereus).
Op 19 mei gingen we ’s morgens opnieuw op zoek naar het Struikhaantje, dat we tot nu toe gemist hadden. Na de nodige moeite wist onze reisleider een mannetje te ontdekken en ons te laten zien: Struikhaantje (Leptopocile sophiae) [XXXII]. Onderweg naar Almaty pakten we nog wat Roodvoorhoofdkanaries (Serinus pusillus) mee en een tweetal roffelende Drieteenspechten (Picoides tridactylus) (waarvan er één fraai gezien!).
Op 20 mei vlogen we naar Astana, om vervolgens naar Korgalzhyn te rijden. Onderweg zo’n 20 Roodpootvalken (Falco verspertinus), ook broedend, 10 Jufferkranen, de eerste Steppenvorkstaartplevieren (Glareola nordmanni), 6 mannetjes Steppenkiekendief (Circus macrourus) (de vrouwtjes lieten we maar ongedetermineerd), 3 Velduilen (Asio flammeus) en vele honderden Zwarte leeuweriken (Melanocorypha yeltoniensis) [XXXIII]. Allemaal soorten waar we er later nog (veel) meer van zouden zien.
Op 21 mei bestond het hoogtepunt uit een viertal Steppenkieviten (Vanellus gregarius), maar in totaal wel bijna 100 soorten met leuke meenemers als honderden Grauwe franjepoten (Phalaropus lobatus), tientallen Terek ruiters (Xenus cinereus), bescheiden aantallen Reuzenzwartkopmeeuwen, Kleine spotvogels (Iduna caligata), een Noordse nachtegaal (Luscinia luscinia), een Kleine trap (Tetrax tetrax), etc. En niet te vergeten, een enkele Witvleugelleeuwerik (Alauda leucoptera) [XXXIV], een soort die lang niet zo talrijk was als we hadden verwacht. En een Bobak-marmot (Marmota bobac).
Op 22 mei terug naar Astana, met onderweg o.a. weer vier Steppenkieviten (op een andere plek). En een tweetal Witvleugelleeuweriken. En beoosten Astana nog een paartje Witkopgorzen (Emberiza leucocephalos) [XXXV] waarmee de teller op 35 nieuwe lifers eindigde. Op 23 mei met een overstap in Kiev teruggevlogen naar Nederland en daar om circa 11.40 h. geland. Overigens niet zo’n goed idee om over de Oekraïne te vliegen, twee maanden later zou daar een vanuit Nederland vliegend passagiersvliegtuig (de MH17) worden neergeschoten.
Wat vogels betreft waren de resultaten als volgt:
001. Fuut (Podiceps cristatus)
002. Geoorde fuut (Podiceps nigricollis)
003. Dodaars (Tachybaptus ruficollis capensis)
004. Roze pelikaan (Pelecanus onocrotalus)
005. Kroeskoppelikaan (Pelecanus crispus)
006. Aalscholver (Phalacrocorax carbo)
007. Grote zilverreiger (Ardea alba)
008. Blauwe reiger (Ardea cinerea)
009. Kwak (Nycticorax nycticorax)
010. Zwarte ooievaar (Ciconia nigra)
011. Grauwe gans (Anser anser rubrirostris)
012. Wilde zwaan (Cygnus cygnus)
013. Wilde eend (Anas platyrhynchos)
014. Krakeend (Mareca strepera)
015. Zomertaling (Spatula querquedula)
016. Wintertaling (Anas crecca)
017. Smient (Mareca penelope)
018. Pijlstaart (Anas acuta)
019. Slobeend (Spatula clypeata)
020. Bergeend (Tadorna tadorna)
021. Casarca (Tadorna ferruginea)
022. Witoogeend (Aythya nyroca)
023. Kuifeend (Aythya fuligula)
024. Krooneend (Netta rufina)
025. Tafeleend (Aythya ferina)
026. Nonnetje (Mergus albellus)
027. Monniksgier (Aegypius monachus)
028. Lammergier (Gypaetus barbatus aureus)
029. Steenarend (Aquila chrysaetos)
030. Steppenarend (Aquila nipalensis)
031. Dwergarend (Hieraaetus pennatus)
032. Arendbuizerd (Buteo rufinus)
033. Buizerd (Buteo buteo vulpinus)
034. Wespendief (Pernis apivorus)
035. Shikra (Accipiter badius cenchroides)
036. Sperwer (Accipiter nisus)
037. Zwarte wouw (Milvus migrans)
038. Bruine kiekendief (Circus aeruginosus)
039. Grauwe kiekendief (Circus pygargus)
040. Steppenkiekendief (Circus macrourus)
041. Boomvalk (Falco subbuteo)
042. Roodpootvalk (Falco vespertinus)
043. Kleine torenvalk (Falco naumanni)
044. Torenvalk (Falco tinnunculus)
045. Smelleken (Falco columbarius pallidus)
046. Himalaya-berghoen (Tetraogallus himalayensis)
047. Aziatische steenpatrijs (Alectoris chukar)
048. Fazant (Phasianus colchicus)
049. Kwartel (Coturnix coturnix)
050. Kleine trap (Tetrax tetrax)
051. Oostelijke kraagtrap (Chlamydotis macqueenii)
052. Jufferkaanvogel (Grus virgo)
053. Waterhoen (Gallinula chloropus)
054. Meerkoet (Fulica atra)
055. Scholekster (Haematopus ostralegus)
056. Ibissnavel (Ibidorhyncha struthersii)
057. Kievit (Vanellus vanellus)
058. Steppenkievit (Vanellus gregarius)
059. Goudplevier (Pluvialis apricaria)
060. Zilverplevier (Pluvialis squatarola)
061. Bontbekplevier (Charadius hiaticula tundrea)
062. Kleine plevier (Charadrius dubius curonicus)
063. Strandplevier (Charadrius alexandrinus)
064. Woestijnplevier (Charadrius leschenaultii crassirostris)
065. Kaspische plevier (Charadrius asiaticus)
066. Watersnip (Gallinago gallinago)
067. Grutto (Limosa limosa)
068. Regenwulp (Numenius phaeopus)
069. Oeverloper (Actitis hypoleucos)
070. Witgatje (Tringa ochropus)
071. Bosruiter (Tringa glareola)
072. Tureluur (Tringa totanus ussuriensis)
073. Zwarte ruiter (Tringa erythropus)
074. Poelruiter (Tringa stagnatilis)
075. Terek strandloper (Xenus cinereus)
076. Groenpootruiter (Tringa nebularia)
077. Kemphaan (Calidris pugnax)
078. Bonte strandloper (Calidris alpina)
079. Krombekstrandloper (Calidris ferruginea)
080. Kleine strandloper (Calidris minuta)
081. Temmincks strandloper (Calidris temminckii)
082. Kluut (Recurvirostra avocetta)
083. Steltkluut (Himantopus himantopus)
084. Grauwe franjepoot (Phalaropus lobatus)
085. Vorkstaartplevier (Glareola pratincola)
086. Steppenvorkstaartplevier (Glareola nordmanni)
087. Kleine mantelmeeuw (Larus fuscus barabensis)
088. Pontische meeuw (Larus cachinnans)
089. Reuzenzwartkopmeeuw (Larus ichthyaetus)
090. Stormmeeuw (Larus canus henei)
091. Dunbekmeeuw (Larus genei)
092. Kokmeeuw (Larus ridibundus)
093. Zwarte stern (Chlidonias niger)
094. Witvleugelstern (Chlidonias leucopterus)
095. Lachstern (Gelochelidon nilotica)
096. Reuzenstern (Hydroprogne caspia)
097. Visdief (Sterna hirundo)
098. Zwartbuikzandhoen (Pterocles orientalis arenarius)
099. Steppenhoen (Syrrhaptes paradoxus)
100. Holenduif (Columba oenas)
101. Oosterse holenduif (Columba eversmannii)
102. Houtduif (Columba palumbus)
103. Turkse tortel (Streptopelia decaocto)
104. Oosterse tortel (Streptopelia orientalis)
105. Koekoek (Cuculus canorus)
106. Dwergooruil (Otus scops pulchellus)
107. Steenuil (Athene noctua)
108. Ruigpootuil (Aegolius funereus pallens)
109. Velduil (Asio flammeus)
110. Nachtzwaluw (Caprimulgus europaeus)
111. Gierzwaluw (Apus apus pekinensis)
112. Bijeneter (Merops apiaster)
113. Scharrelaar (Coriacias garrulus semenowi)
114. Hop (Upupa epops)
115. Drieteenspecht (Picoides tridactylus tienschanicus)
116. Witvleugelspecht (Dendropocos leucopterus)
117. Kortteenleeuwerik (Calandrella brachydactyla longipennis)
118. Kleine kortteenleeuwerik (Calandrella cheleensis henei)
119. Kalanderleeuwerik (Melanocorypha calandra psammochroa)
120. Bergkalanderleeuwerik (Melanocorypha bimaculata torquata)
121. Witvleugelleeuwerik (Alauda leucoptera)
122. Zwarte leeuwerik (Melanocorypha yeltoniensis)
123. Kuifleeuwerik (Galerida cristata magna)
124. Veldleeuwerik (Alauda arvensis dulcivox)
125. Strandleeuwerik (Eremophila alpestris brandti)
126. Rotszwaluw (Ptyonoprogne rupestris)
127. Boerenzwaluw (Hirundo rustica)
128. Roodstuitzwaluw (Cecropis daurica rufula)
129. Huiszwaluw (Delichon urbicum)
130. Oeverzwaluw (Riparia riparia)
131. Duinpieper (Anthus campestris)
132. Waterpieper (Anthus spinoletta blakestini)
133. Boompieper (Anthus trivialis)
134. Gele kwikstaart (Motacilla flava feldegg, beema & thunbergi)
135. Grote gele kwikstaart (Motacilla cinerea)
136. Witte kwikstaart (Motacilla alba alba & personata)
137. Turkestaanse klauwier (Lanius phoenicuroides)
138. Daurische klauwier (Lanius isabellinus)
139. Kleine klapekster (Lanius minor)
140. Steppenklapekster (Lanius excubitor pallidirostris)
141. Langstaartklauwier (Lanius schach erythronotus)
142. Indische wielewaal (Oriolus kunduu)
143. Wielewaal (Oriolus oriolus)
144. Spreeuw (Sturnus vulgaris poltaratskyl & porphyronotus)
145. Roze spreeuw (Sturnus roseus)
146. Ekster (Pica pica bactriana)
147. Alpenkraai (Pyrrhocorax pyrrhocorax centralis)
148. Alpenkauw (Pyrrhocorax graculus forsythi)
149. Kauw (Corvus monedula soemmerringii)
150. Roek (Corvus frugilegus)
151. Kraai (Corvus corone orientalis & cornix-sharpii)
152. Raaf (Corvus corax tibetanus)
153. Bruinnekraaf (Corvus ruficollis)
154. Waterspreeuw (Cinclus cinclus leucogaster)
155. Bruine waterspreeuw (Cinclus pallasii tenuirostris)
156. Winterkoning (Troglodytes troglodytes tianschanicus)
157. Struikhaantje (Leptopoecile sophiae)
158. Goudhaantje (Regulus regulus tristis)
159. Bruine heggenmus (Prunella fulvescens)
160. Zwartkeelheggenmus (Prunella atrogularis huttoni)
161. Altai-heggenmus (Prunella himalayna)
162. Cetti’s zanger (Cettia cetti albiventris)
163. Snor (Locustella luscinioides)
164. Sprinkhaanzanger (Locustella naevia straminea)
165. Kleine karekiet (Acrocephalus scirpaceus fuscus)
166. Veldrietzanger (Acrocephalus agricola)
167. Grote karekiet (Acrocephalus arundinaceus)
168. Struikrietzanger (Acrocephalus dumetorum)
169. Kleine spotvogel (Iduna caligata)
170. Sykes’ spotvogel (Iduna rama)
171. Siberische tjiftjaf (Phylloscopus tristis)
172. Geelbuikfitis (Phylloscopus griseolus)
173. Hume’s bladkoning (Phylloscopus humei)
174. Grauwe fitis (Phylloscopus trochiloides viridanus)
175. Woestijngrasmus (Sylvia nana)
176. Grasmus (Sylvia communis)
177. Braamsluiper (Sylvia curruca halimodendri & blythy)
178. Grauwe vliegenvanger (Muscicapa striata)
179. Bonte vliegenvanger (Ficedula hypoleuca)
180. Isabeltapuit (Oenanthe isabellina)
181. Tapuit (Oenanthe oenanthe)
182. Woestijntapuit (Oenanthe deserti)
183. Bonte tapuit (Oenanthe pleschanka)
184. Siberische roodborsttapuit (Saxicola torquatus maurus)
185. Rode rotslijster (Monticola saxatilis)
186. Blauwe rotslijster (Monticola solitarius pandoo)
187. Blauwkruinroodstaart (Phoenicurus coeruleocephalus)
188. Eversmanns roodstaart (Phoenicurus erythronotus)
189. Witkruinroodstaart (Phoenicurus erythrogaster grandis)
190. Gekraagde roodstaart (Phoenicurus phoenicurus)
191. Nachtegaal (Luscinia megarhynchos golzii)
192. Noordse nachtegaal (Luscinia luscinia)
193. Himalaya-roodkeelnachtegaal (Calliope pectoralis ballioni)
194. Blauwborst (Cyanecula svecica)
195. Chinese fluitlijster (Myophonus caeruleus temminckii)
196. Merel (Turdus merula intermedius)
197. Zwartkeellijster (Turdus atrogularis)
198. Grote lijster (Turdus viscivorus bonapartei)
199. Azuurmees (Cyanistis cyanus tianschanicus)
200. Zwarte mees (Parus ater rufipectus)
201. Koolmees (Parus major major & bokharensis)
202. Songar-matkop (Poecile montanus songarus)
203. Staartmees (Aegithalos caudatus caudatus)
204. Witkruinbuidelmees (Remiz coronatus)
205. Grote rotsklever (Sitta tephronota)
206. Saxaulmus (Passer ammodendri nigricans)
207. Huismus (Passer domesticus) & Indische huismus (P.d. indicus)
208. Spaanse mus (Passer hispaniolensis transcaspicus)
209. Ringmus (Passer montanus dilutus)
210. Roodvoorhoofdkanarie (Serinus pusillus)
211. Groenling (Chloris chloris turkestanicus)
212. Oostelijke putter (Carduelis caniceps)
213. Kneu (Linaria cannabina bella)
214. Frater (Linaria flavirostris)
215. ‘Plain mountain finch’ (Leucosticte nemoricola altaica)
216. Roodmus (Carpodacus erythrinus)
217. ‘Red-mantled rosefinch’ (Carpodacus rhodochlamys)
218. Mongoolse woestijnvink (Bucanetus mongolicus)
219. Rode woestijnvink (Rhodopechys sanguinea)
220. Spiegeldikbek (Mycerobas carnipes)
221. Grauwe gors (Milaria calandra buturlini)
222. Witkopgors (Emberiza leucocephalos leucocephalos)
223. Stewarts gors (Emberiza stewarti)
224. Grijze gors (Emberiza cia par)
225. Weidegors (Emberiza cioides tarbataica)
226. Steenortolaan (Emberiza buchanani neobscura)
227. Bruinkopgors (Emberiza bruniceps)
228. Rietgors (Emberiza schoeniclus incognita & pyrrhuloides)
En Treurmyna en Stadsduif, door mij niet als wild geteld. En verder niet door mij gezien of gehoord, of althans niet meegeteld, maar beweerdelijk wel door één of meerderen van de rest van de groep:
229. Korhoen (Tetrao tetrix mongolicus)
230. ‘Upland buzzard’ (Buteo hemilasius) [gewaagde determinatie]
231. Wulp (Numenius arquata)
232. Drieteenstrandloper (Calidris alba)
233. Alpengierzwaluw (Tachymarptis melba tuneti)
234. IJsvogel (Alcedo atthis)
235. Notenkraker (Nucrifaga caryocatactes rothschildi)
Verder zag ik tijdens het wachten gedurende de tussenstops op het vliegveld van Kiev:
* Kuifleeuwerik
* Witte kwikstaart
* Kauw
* Roek
* Bonte kraai
* Huismus
Wat zoogdieren betreft was de oogst:
* Bobak-marmot (Marmota bobac)
* Langstaartmarmot (Marmota caudata)
* Grote renmuis (Rhombomys opimus)
* Gele siesel (Spermophilus fulvus)
* Tolai-haas (Lepus tolai)
* Wolf (Canis lupus)
* en Muskusrat (Ondatra zibethicus) [exoot]
Wat amfibieën en reptielen betreft was de oogst:
* Levantijnse meerkikker (Rana levantina) of zijn Oost-Kazachstaanse tegenhanger
* Russische landschildpad (Agrionemys horsfieldii)
* En verder skink spec., hagedis spec. en slang spec.
Vogelreisverslagen 